Een feestelijk nagerecht, deze pannacotta. De frisse granaatappel past erg goed bij de zoete pannacotta. Ter variatie zou je ook passievrucht of frambozen kunnen nemen. Ik was van plan om de puddinkjes in plastic weggooibekertjes te maken, maar die kon ik nergens vinden in de kelder. Gelukkig kwam ik nog wel een paar ouderwetse puddingvormpjes tegen.
250 ml slagroom
10 gr suiker
1/2 vanillestokje, opengesneden
1 blaadje witte gelatine
75 gr witte chocolade, in stukjes
1 granaatappel
Breng de slagroom met de suiker en het vanillestokje aan kook.
Neem de pan van het vuur en laat de room 15 minuten trekken.
Neem het vanillestokje uit de room, schraap het merg eruit en roer het merg door de room.
Week de gelatine 5 minuten in ruim koud water.
Verwarm de room opnieuw en neem van het vuur.
Voeg de chocolade toe en laat al roerende smelten.
Knijp de gelatine goed uit en roer deze door de chocoladeroom.
Laat het mengsel onder regelmatig roeren afkoelen tot het lobbig is.
Schenk het mengsel in 2 vormpjes en laat afkoelen.
Laat afgedekt in de koelkast 3 uur opstijven.
Houd de vormpjes even in heet water en stort ze op een bordje.
Snij de granaatappel doormidden en haal de zaden eruit.
Schep de vruchtjes over de pannacotta.
Reacties
Een reactie posten